Het
fotograferen van mensen
Eerst
een stukje geschiedenis over portretfotografie en portretten. De
portretfotografie vindt haar oorsprong in de schilderkunst. Al zolang
de mensheid bestaat worden er portretten geschilderd. In de aller
vroegste tijden gebeurde dat met natuurlijke producten als sappen,
aarde en bloed. Ook de Egyptenaren hebben hun koningen en goden
herdacht met portretten. Vaak werden deze begraven met portretten in
hun tombes. Die portretten werden versterkt door ook de voorwerpen
die deze mensen gebruikten af te beelden.
In
China, het Nabije Oosten, en in West- Europa de Romeinen ontwikkelde
de portretkunst zich enorm. Ieder had zijn eigen manier van
afbeelden. Voor de een was schoonheid het belangrijkst, voor de ander
het heldhaftige en grootse.
In
de Middeleeuwen werden de manuscripten, kleine stukken tekst,
voorzien van prenten. In die tijd groeide het besef dat wat werd
vastgelegd overgeleverd zou worden. Uit de Christelijke iconografie
ontwikkelde zich de portretkunst, met de bijbel als grootste
inspiratiebron.
In
de Renaissance (15e
– 16e
eeuw) werd het individu steeds belangrijker, waardoor de schilder –en
tekenkunst enorme sprongen vooruit maakt. Grote, adellijke lieden
lieten portretten van zichzelf schilderen in steeds meer verfijnde
technieken. De renaissance schilders zijn de grote voorbeelden voor
de allergrootsten in de portretkunst: Rembrandt, Rubens en Jan Steen.
In
de jaren die volgden zien we steeds andere manieren van schilderen.
Zo komt er het expressionisme en de abstracte kunst. Hoewel zij
zeggen de emotie en de Gulden Snede te verlaten (zij kijken en naar
de vorm, de kleur en de vlakverdeling) zien we dit wel terug in de
beelden. De abstracte kunst en ook het expressionisme geven niet
realistisch weer wat we zien, maar de emotie van het doek, van het
portret wordt juist versterkt doordat het enkel het gevoel kan
aanspreken.
1850-
1860: het begin van de portretfotografie
In
de aller begintijd van de fotografie zag je geen mensen op foto’s.
Er werden geen portretten gemaakt en ook straatbeelden waren zonder
mensen. Als er al mensen op de foto stonden waren het vage, bewogen
schimmen. Dit was het gevolg van erg lange sluitertijden die men toen
moest gebruiken om de film goed te belichten.
Het
enkele portret dat in die tijd gemaakt werd, had een omslachtige
benadering nodig. Een hoofd moest enkele minuten op dezelfde plaats
gehouden worden met een metalen klem, een gezicht moest al die tijd
dezelfde uitdrukking hebben. Hierdoor hadden mensen een strakke,
uitdrukking zonder emotie. De kosten voor zo’n portret waren ook
enorm hoog.
Door
nieuwe ontwikkelingen van het filmmateriaal konden de
belichtingstijden voor een foto korter worden, maar ook de werd het
gebruik goedkoper en gemakkelijker. Dit in combinatie met het
toenemende gebruik van elektriciteit zorgde ervoor dat de fotograaf
invloed kreeg op het model. De portretten werden expressiever,
dynamischer en intiemer.
Een
van de eerste grote portretfotografen was Gaspard Felix Tournachon
(1820- 1910), beter bekend als Nadar. In de jaren 50 van de 19e
eeuw liet de Parijse upperclass zich door hem fotograferen.
In
die tijd had men nog wel een zekere angst voor fotografie. Zo was er
de Franse schrijver Eugenie Balzac, die zich wel door Nadar liet
fotograferen, maar bang was dat bij iedere foto een stukje van zijn
ziel uit zijn lichaam kroop en in de foto ging zitten.
Kodak
en Kiek: familiekiekjes
In
1888 kwam het kodak boxje op je markt. Een Amerikaanse bankemployé,
die zich interesseerde voor fotografie, realiseerde zich dat wanneer
hij fotografie populair wilde maken er een camera en een manier van
fotograferen gevonden moest worden die gemakkelijker en goedkoper
was. Hij bedacht een box zonder kijkgaatje en verkocht dat voor 25
dollar (waardoor het nog steeds alleen voor de rijken betaalbaar
was). Doordat er geen kijkgaatje in de box zat moest er op de gok
gefotografeerd worden en ontstonden er veelal portretten van mensen
zonder hoofd.
Toen
de aanschafprijs van de camera’s verlaagd werd, had bijna ieder
gezin een fotocamera. De tijd van de snapshots en kiekjes (naar de
Haagse fotograaf Kobus Kiek) was aangebroken. Dozen vol, albums vol,
ieder gezin had foto’s. Al waren deze foto’s vooral gemaakt op
zonnige dagen, omdat de gebruiksaanwijzing van de camera’s
aanraadde enkel in de zon te fotograferen.
We
zien dus vele families stijf voor hun huis in de zon poseren voor de
camera. De eerste familiekiekjes. De stijfheid is nu niet meer het
gevolg van een lange sluitertijd en een doodstille houding. Dit is
het gevolg van het feit dat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd het
besef krijgen van het gefotografeerd worden en hoe ze laten op de
foto zullen staan. Lachen naar het vogeltje hoort er vanaf de begin
20e
eeuw al bij.
Waar
een goed portret aan moet voldoen of juist niet?
Door
de jaren heen zien we steeds verschillende manieren van portretteren.
Bij ieder tijdperk horen eigentijdse regels en wetten. Ieder
decennium heeft zijn eigen hypes en trends. Ook de
(portret)fotografie is aan modegrillen onderhevig.
Dit
tijdperk is losser, gaan de regels wat vervagen. Dit geeft de
fotograaf meer vrijheid, maar zorgt ook voor een extra
moeilijkheidsgraad. Je hebt alle vrijheid en geen regels meer waar je
je aan vast kunt houden. Er wordt gezien dat techniek niet alles
bepalend is. Een slechte compositie betekent niet dat het portret
mislukt is. Het beeld of het model kan zoveel zeggenschap hebben dat
al het technische vervaagt.
daarom
Een
portret moet spreken
Wanneer
een portret spreekt, emotie bevat of emotie oproept, bereikt het zijn
doel. Je moet alleen van te voren bepalen wat het doel is, welke
emotie je wil tonen aan de toeschouwer, welke emotie je wilt
oproepen.
Natuurlijk
heb je niet altijd van tevoren een doel, is niet ieder beeld al
bedacht. En soms bedenk je iets en krijg je totaal iets anders in
beeld. Dit gebeurt, eerlijk gezegd, natuurlijk vaker dan dat je
jezelf van tevoren een doel stelt.
Daarbij
heeft ieder doel andere middelen nodig om het te bereiken. Ieder
soort portret heeft een andere zeggenschap. Of een andere zeggenschap
nodig.
Een
aantal dingen waar je op moet letten:
- Registreer je of geef je eigen mening mee in een portret?
- Kadrering (ook hier natuurlijk de Gulden Snede in acht genomen):
-
Total shot : ten voeten uit, totaalbeeld
-
medium shot : tot ongeveer het middel, halftotaal
-
busteportret : tot aan de borst
-
head shot : hoofd en hals/ nek
-
close- up : heel dichtbij op het gezicht, een detail van het
gezicht
Hierbij
ook denken aan het objectief dat je gaat gebruiken.
* Camera standpunt:
-
en face : frontaal, recht van voren
-
en profil : van opzij
-
maar vaker gebruik je alle standen hiertussen in.
Het
camerastandpunt houdt ook in vanuit welk perspectief je gaat
fotograferen. Wat laten we zien en op welke manier. Laten we ook
(delen van) de achtergrond zien. Ga je van bovenaf of van onderaf
fotograferen. De meest communicatieve manier van fotograferen is op
ooghoogte van het model. Welke hoogte dit ook is. Wanneer je hoger of
lager dan ooghoogte gaat werken krijg je een andere beleving van het
portret en van het model.
- Licht:
Let
op de stand van het licht ten opzichte van het model en let dan
vooral op de schaduwen in het gezicht. Zijn deze wel natuurlijk en
niet te hard. Wanneer we erg harde schaduwen gebruiken wordt een
gezicht erg getekend en zwaar. Maar ook de richting van het licht is
belangrijk. Dit kan zorgen voor extra dynamiek, maar kan ook voor een
heel erg vlak beeld zorgen.
- Scherpte/ diepte:
Let
op de achtergrond en wat je wilt laten zien. Pas hier diafragmagetal
op aan.
* Opnameplaats:
Studio
of op locatie. Waarom en wat laten we ervan zien
* Aankleding van het model:
Ieder
detail is belangrijk en gaat een verhaal vertellen
* Pose van het model:
Zorg
dat de pose bij het model past en bij het verhaal dat je gaat
vertellen
- Opnamemoment:
Het
allerbelangrijkste. Het moment van de foto maken. Zorg dat je contact
hebt met het model, dan kom je samen tot het ideale opnamemoment.
Tipje:
De
sensualiteit van een portret wordt bepaald door de mond. De ogen
vertellen de geestes- en gemoedstoestand. Maar de lichaamshouding, de
lichaamstaal, verraadt wat er in het model omgaat.