woensdag 9 mei 2012


Het fotograferen van mensen


Eerst een stukje geschiedenis over portretfotografie en portretten. De portretfotografie vindt haar oorsprong in de schilderkunst. Al zolang de mensheid bestaat worden er portretten geschilderd. In de aller vroegste tijden gebeurde dat met natuurlijke producten als sappen, aarde en bloed. Ook de Egyptenaren hebben hun koningen en goden herdacht met portretten. Vaak werden deze begraven met portretten in hun tombes. Die portretten werden versterkt door ook de voorwerpen die deze mensen gebruikten af te beelden.
In China, het Nabije Oosten, en in West- Europa de Romeinen ontwikkelde de portretkunst zich enorm. Ieder had zijn eigen manier van afbeelden. Voor de een was schoonheid het belangrijkst, voor de ander het heldhaftige en grootse.
In de Middeleeuwen werden de manuscripten, kleine stukken tekst, voorzien van prenten. In die tijd groeide het besef dat wat werd vastgelegd overgeleverd zou worden. Uit de Christelijke iconografie ontwikkelde zich de portretkunst, met de bijbel als grootste inspiratiebron.
In de Renaissance (15e – 16e eeuw) werd het individu steeds belangrijker, waardoor de schilder –en tekenkunst enorme sprongen vooruit maakt. Grote, adellijke lieden lieten portretten van zichzelf schilderen in steeds meer verfijnde technieken. De renaissance schilders zijn de grote voorbeelden voor de allergrootsten in de portretkunst: Rembrandt, Rubens en Jan Steen.
In de jaren die volgden zien we steeds andere manieren van schilderen. Zo komt er het expressionisme en de abstracte kunst. Hoewel zij zeggen de emotie en de Gulden Snede te verlaten (zij kijken en naar de vorm, de kleur en de vlakverdeling) zien we dit wel terug in de beelden. De abstracte kunst en ook het expressionisme geven niet realistisch weer wat we zien, maar de emotie van het doek, van het portret wordt juist versterkt doordat het enkel het gevoel kan aanspreken.



1850- 1860: het begin van de portretfotografie

In de aller begintijd van de fotografie zag je geen mensen op foto’s. Er werden geen portretten gemaakt en ook straatbeelden waren zonder mensen. Als er al mensen op de foto stonden waren het vage, bewogen schimmen. Dit was het gevolg van erg lange sluitertijden die men toen moest gebruiken om de film goed te belichten.
Het enkele portret dat in die tijd gemaakt werd, had een omslachtige benadering nodig. Een hoofd moest enkele minuten op dezelfde plaats gehouden worden met een metalen klem, een gezicht moest al die tijd dezelfde uitdrukking hebben. Hierdoor hadden mensen een strakke, uitdrukking zonder emotie. De kosten voor zo’n portret waren ook enorm hoog.

Door nieuwe ontwikkelingen van het filmmateriaal konden de belichtingstijden voor een foto korter worden, maar ook de werd het gebruik goedkoper en gemakkelijker. Dit in combinatie met het toenemende gebruik van elektriciteit zorgde ervoor dat de fotograaf invloed kreeg op het model. De portretten werden expressiever, dynamischer en intiemer.
Een van de eerste grote portretfotografen was Gaspard Felix Tournachon (1820- 1910), beter bekend als Nadar. In de jaren 50 van de 19e eeuw liet de Parijse upperclass zich door hem fotograferen.

In die tijd had men nog wel een zekere angst voor fotografie. Zo was er de Franse schrijver Eugenie Balzac, die zich wel door Nadar liet fotograferen, maar bang was dat bij iedere foto een stukje van zijn ziel uit zijn lichaam kroop en in de foto ging zitten.


Kodak en Kiek: familiekiekjes

In 1888 kwam het kodak boxje op je markt. Een Amerikaanse bankemployé, die zich interesseerde voor fotografie, realiseerde zich dat wanneer hij fotografie populair wilde maken er een camera en een manier van fotograferen gevonden moest worden die gemakkelijker en goedkoper was. Hij bedacht een box zonder kijkgaatje en verkocht dat voor 25 dollar (waardoor het nog steeds alleen voor de rijken betaalbaar was). Doordat er geen kijkgaatje in de box zat moest er op de gok gefotografeerd worden en ontstonden er veelal portretten van mensen zonder hoofd.
Toen de aanschafprijs van de camera’s verlaagd werd, had bijna ieder gezin een fotocamera. De tijd van de snapshots en kiekjes (naar de Haagse fotograaf Kobus Kiek) was aangebroken. Dozen vol, albums vol, ieder gezin had foto’s. Al waren deze foto’s vooral gemaakt op zonnige dagen, omdat de gebruiksaanwijzing van de camera’s aanraadde enkel in de zon te fotograferen.

We zien dus vele families stijf voor hun huis in de zon poseren voor de camera. De eerste familiekiekjes. De stijfheid is nu niet meer het gevolg van een lange sluitertijd en een doodstille houding. Dit is het gevolg van het feit dat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd het besef krijgen van het gefotografeerd worden en hoe ze laten op de foto zullen staan. Lachen naar het vogeltje hoort er vanaf de begin 20e eeuw al bij.


Waar een goed portret aan moet voldoen of juist niet?

Door de jaren heen zien we steeds verschillende manieren van portretteren. Bij ieder tijdperk horen eigentijdse regels en wetten. Ieder decennium heeft zijn eigen hypes en trends. Ook de (portret)fotografie is aan modegrillen onderhevig.
Dit tijdperk is losser, gaan de regels wat vervagen. Dit geeft de fotograaf meer vrijheid, maar zorgt ook voor een extra moeilijkheidsgraad. Je hebt alle vrijheid en geen regels meer waar je je aan vast kunt houden. Er wordt gezien dat techniek niet alles bepalend is. Een slechte compositie betekent niet dat het portret mislukt is. Het beeld of het model kan zoveel zeggenschap hebben dat al het technische vervaagt.

daarom Een portret moet spreken

Wanneer een portret spreekt, emotie bevat of emotie oproept, bereikt het zijn doel. Je moet alleen van te voren bepalen wat het doel is, welke emotie je wil tonen aan de toeschouwer, welke emotie je wilt oproepen.
Natuurlijk heb je niet altijd van tevoren een doel, is niet ieder beeld al bedacht. En soms bedenk je iets en krijg je totaal iets anders in beeld. Dit gebeurt, eerlijk gezegd, natuurlijk vaker dan dat je jezelf van tevoren een doel stelt.
Daarbij heeft ieder doel andere middelen nodig om het te bereiken. Ieder soort portret heeft een andere zeggenschap. Of een andere zeggenschap nodig.


Een aantal dingen waar je op moet letten:

  • Registreer je of geef je eigen mening mee in een portret?

  • Kadrering (ook hier natuurlijk de Gulden Snede in acht genomen):
- Total shot : ten voeten uit, totaalbeeld
- medium shot : tot ongeveer het middel, halftotaal
- busteportret : tot aan de borst
- head shot : hoofd en hals/ nek
- close- up : heel dichtbij op het gezicht, een detail van het gezicht
Hierbij ook denken aan het objectief dat je gaat gebruiken.

* Camera standpunt:
- en face : frontaal, recht van voren
- en profil : van opzij
- maar vaker gebruik je alle standen hiertussen in.

Het camerastandpunt houdt ook in vanuit welk perspectief je gaat fotograferen. Wat laten we zien en op welke manier. Laten we ook (delen van) de achtergrond zien. Ga je van bovenaf of van onderaf fotograferen. De meest communicatieve manier van fotograferen is op ooghoogte van het model. Welke hoogte dit ook is. Wanneer je hoger of lager dan ooghoogte gaat werken krijg je een andere beleving van het portret en van het model.

  • Licht:
Let op de stand van het licht ten opzichte van het model en let dan vooral op de schaduwen in het gezicht. Zijn deze wel natuurlijk en niet te hard. Wanneer we erg harde schaduwen gebruiken wordt een gezicht erg getekend en zwaar. Maar ook de richting van het licht is belangrijk. Dit kan zorgen voor extra dynamiek, maar kan ook voor een heel erg vlak beeld zorgen.
  • Scherpte/ diepte:
Let op de achtergrond en wat je wilt laten zien. Pas hier diafragmagetal op aan.

     *  Opnameplaats:

Studio of op locatie. Waarom en wat laten we ervan zien

     *   Aankleding van het model:

Ieder detail is belangrijk en gaat een verhaal vertellen

    *    Pose van het model:

Zorg dat de pose bij het model past en bij het verhaal dat je gaat vertellen

  • Opnamemoment:
Het allerbelangrijkste. Het moment van de foto maken. Zorg dat je contact hebt met het model, dan kom je samen tot het ideale opnamemoment.





Tipje:

De sensualiteit van een portret wordt bepaald door de mond. De ogen vertellen de geestes- en gemoedstoestand. Maar de lichaamshouding, de lichaamstaal, verraadt wat er in het model omgaat.